De taart ontstond in de jaren 1920, toen kookboekenschrijfster Jenny Åkerström een recept maakte dat zó geliefd was bij drie prinsessen dat het hun naam kreeg. Sindsdien is het dé feesttaart van Zweden – onmisbaar bij verjaardagen, bruiloften én de fika. Er bestaat zelfs een speciale Prinsesstårtans vecka in september, waarin de taart in heel Zweden in het zonnetje staat.
Kortom: één hap en je begrijpt waarom dit elegante gebak een nationale trots is geworden.
Zelf een Prinsesstårta maken (in het kort)
Ingrediënten
-
1 biscuitcake (3 lagen)
-
500 ml slagroom
-
250 ml banketbakkersroom (vanillecrème)
-
150 g frambozenjam (optioneel)
-
250 g groene marsepein
-
poedersuiker
Zo maak je ‘m
-
Snijd de biscuit in drie lagen.
-
Besmeer de onderste laag met een dunne laag jam (optioneel) en daarna banketbakkersroom.
-
Leg de tweede laag erop en bedek rijkelijk met slagroom.
-
Plaats de bovenste laag biscuit en dek de hele taart af met een dikke laag slagroom, zodat hij een mooie bolvorm krijgt.
-
Rol de marsepein uit tot een dunne lap en leg die voorzichtig over de taart.
-
Werk glad af en bestrooi met poedersuiker. Eventueel kun je versieren met een marsepeenroos.
Serveren
Zet de taart even koud zodat hij stevig wordt, snijd aan en geniet – het liefst met een kop sterke koffie, zoals bij een echte Zweedse fika.